Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat, in tegenstelling tot zelfstandige werkwoorden, een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord en daardoor in principe niet zelfstandig voorkomt.
Een uitzondering hierop vormen de modale hulpwerkwoorden. Zinnen als "ik wil het" en "je moet" zijn correct Nederlands. In deze gevallen is het echter zo dat er impliciet wel een werkwoord bij hoort, in de genoemde zinnen bijvoorbeeld "hebben" of "doen".
In het Nederlands worden de volgende vijf types hulpwerkwoorden onderscheiden:
In toekomende werkwoordstijden wordt het hulpwerkwoord van de lijdende vorm in combinatie met zullen (hulpwerkwoord van tijd) gebruikt; voorbeeld: ik zal geslagen worden (OTTT).
Modale werkwoorden geven een bepaalde houding ten opzichte van het werkwoord aan. De belangrijkste Nederlandse hulpwerkwoorden van modaliteit zijn:
In deze categorie vallen werkwoorden die een begin van een handeling aangeven (gaan en komen), of duidelijk maken dat een handeling voortduurt (blijven).
NB. Tot de hulpwerkwoorden van aspect behoren ook zijn, zitten, lopen, hangen en staan als zij aangeven dat een handeling voortduurt.
Hulpwerkwoorden van causaliteit geven aan dat er een betrekking van oorzaak en gevolg in de zin staat. Er zijn er twee:
Veel van de hier genoemde werkwoorden kunnen naast de functie van hulpwerkwoord ook andere functies vervullen, bijvoorbeeld:
This article uses material from the Wikipedia Nederlands article Hulpwerkwoord, which is released under the Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 license ("CC BY-SA 3.0"); additional terms may apply (view authors). De inhoud is, tenzij anders aangegeven, beschikbaar onder CC BY-SA 4.0 Images, videos and audio are available under their respective licenses.
®Wikipedia is a registered trademark of the Wiki Foundation, Inc. Wiki Nederlands (DUHOCTRUNGQUOC.VN) is an independent company and has no affiliation with Wiki Foundation.